Donald Trump noemt zijn plannen om een universeel importtarief in te stellen voor buitenlandse producten een manier om de VS te beschermen tegen uitbuiting. 

Maar daarmee begint hij eigenlijk “een oorlog tegen de handel zelf”, schrijft handelsexpert Alan Wolff in een artikel voor het Peterson Institute for International Economics. 

De Republikeinse presidentskandidaat stelt een een universeel invoertarief van 10 procent voor op alle goederen die de Verenigde Staten binnenkomen. Voor Chinese producten kunnen die importtarieven zelfs oplopen tot 60 procent.

Maar voordat de VS dit staaltje van protectionisme gaat omarmen, is het volgens de Amerikaanse denktank goed om even de geschiedenis in te duiken.

Aan de vooravond van de Grote Depressie in de jaren 1930 gebeurde iets soortgelijks, nadat worstelende Amerikaanse boeren hadden verzocht belasting te gaan heffen op buitenlandse landbouwproducten. 

Dat resulteerde in de 1930 Tariff Act, die uiteindelijk veel ambitieuzer werd dan aanvankelijk de bedoeling was. Naast landbouwgoederen werd een hele reeks van sectoren 'beschermd' met importtarieven die opliepen tot gemiddeld 47 procent.

Andere landen reageerden vrijwel onmiddellijk en al voor dat de Amerikaanse invoertarieven in werking waren getreden, hadden meer dan tien landen eigen invoertarieven ingesteld voor Amerikaanse goederen. Het Verenigd Koninkrijk stelde destijds volgens Wolff binnen een jaar importtarieven in, oplopend tot 50 procent.

"Economen zijn het erover eens dat die hoge tarieven de Grote Depressie aanzienlijk hebben verergerd", schrijft hij. "De werkloosheid in de VS liep op tot 25 procent en we raakten bijna onze democratie kwijt."

VS hanteert vooralsnog relatief lage algemene invoertarieven

Op dit moment bedragen de Amerikaanse importtarieven gemiddeld 3 procent, ver verwijderd van de extreem hoge tarieven van bijna een eeuw geleden. Maar als Trump opnieuw tot president zou worden gekozen, dan kunnen zijn experimenten met protectionisme daar forse verandering in brengen.

Volgens onderzoek van het Peterson Institute kunnen de door Trump voorgestelde importtarieven voor Amerikaanse consumenten hogere kosten meebrengen van zo'n 500 miljard dollar per jaar. Volgens een andere schatting zouden Amerikanen jaarlijks zo'n 1.500 dollar per huishouden extra kwijt zijn door hogere invoertarieven.

Andere academici, zoals Harvard-econoom Kenneth Rogoff, hebben gewaarschuwd voor extra inflatie a;s gevolg van stijgende importkosten.

Ook is Wolff niet de enige die denkt dat er een handelsoorlog kan uitbreken. Andere experts beamendit, maar stellen dat dit kan gebeuren ongeacht wie de nieuwe president wordt in de VS. Dat lijkt in ieder te gelden voor de relatie tussen de VS en China.

China heeft de industriële productie van onder meer zonnepanelen en elektrische auto's fors opgevoerd. Hoewel die hogere productie bedoeld was om de Chinese economie te stimuleren, zit Beijing nu op een enorme berg aan goederen die China ergens kwijt moet. 

"Ze moeten de exportmachine sneller laten draaien", zei directeur Leland Millen van de denktank China Beige Book in maart. "Dat gaat voor heel veel wereldwijde en politieke problemen zorgen en daarom denk ik dat we volgend jaar in een handelsoorlog zullen belanden."

In feite heeft de VS al gereageerd, want president Biden kondigde vorige maand een reeks importtarieven aan op Chinese producten. 

Hoewel de maatregelen van Biden misschien stevig lijken, valt dat in het niets bij de voorstellen van Trump.  Zo lijkt het importtarief van 50 procent op Chinese halfgeleiders extreem, maar dat gericht op handel waar ongeveer 1 miljard dollar per jaar mee gemoeid is.

"Anders dan de invoertarieven van Biden, bestaat het plan van Trump uit het verhogen van de invoertarieven voor alle landen. Dat is niet alleen 'America First', maar 'America Alone'", schrijft Wolff. 

LEES OOK: 10 vragen over de veroordeling van Donald Trump: dit moet je weten